Supervisie is bedoeld voor professionals die met mensen werken en waarbij hun relatie met client/ klant/ patient/ collega een belangrijk aspect is van de beroepsuitoefening. Supervisie gaat over de pendel tussen persoon en werk. Vragen voortkomend uit het werk worden ingebracht door de supervisant.
In de supervisie wordt gereflecteerd op de eigen werkervaringen. De supervisant leert te kijken naar het eigen handelen en krijgt daardoor inzicht in waar de verbeteringen kunnen plaatsvinden. Dit inzicht in het eigen handelen wordt zo een duurzame verbetering die verankerd is in de persoon. De supervisie kan individueel zijn of in een groep van maximaal 4 personen.
De supervisant brengt werkvragen in en schrijft van ieder sessie een reflectieverslag. Het verslag wordt voor iedere volgende sessie ingeleverd bij de supervisor en eventueel andere medesupervisanten. De werkinbreng en de reflectieverslagen zijn het materiaal waar in de supervisie door supervisant en supervisor mee gewerkt wordt.
Supervisie bestaat uit minstens 10 bijeenkomsten van minimaal 1 uur. De frequentie van de supervisie is eens per 2 tot 3 weken.
Supervisie is bedoeld voor professionals die met mensen werken en waarbij hun relatie met client/ klant/ patient/ collega een belangrijk aspect is van de beroepsuitoefening. Supervisie gaat over de pendel tussen persoon en werk. Vragen voortkomend uit het werk worden ingebracht door de supervisant.
In de supervisie wordt gereflecteerd op de eigen werkervaringen. De supervisant leert te kijken naar het eigen handelen en krijgt daardoor inzicht in waar de verbeteringen kunnen plaatsvinden. Dit inzicht in het eigen handelen wordt zo een duurzame verbetering die verankerd is in de persoon. De supervisie kan individueel zijn of in een groep van maximaal 4 personen.
De supervisant brengt werkvragen in en schrijft van ieder sessie een reflectieverslag. Het verslag wordt voor iedere volgende sessie ingeleverd bij de supervisor en eventueel andere medesupervisanten. De werkinbreng en de reflectieverslagen zijn het materiaal waar in de supervisie door supervisant en supervisor mee gewerkt wordt.
Supervisie bestaat uit minstens 10 bijeenkomsten van minimaal 1 uur. De frequentie van de supervisie is eens per 2 tot 3 weken.
Bij coaching gaat het om het verbeteren van de prestaties in het werk. Het functioneren als professional staat centraal. Uitgangspunten zijn de beroepseisen, het beroepsprofiel en de eigen persoon. Van tevoren wordt afgesproken welke aspecten van het werk worden besproken in de coaching. Op basis hiervan worden doel en aantal bijeenkomsten bepaald.
De coachvraag kan van de coachee komen maar kan ook een gezamelijke vraag van opdrachtgever/werkgever en coachee zijn. Afhankelijk hiervan wordt de evaluatie van de effecten afgsproken. De evaluatie zal altijd plaatsvinden met alle betrokkenen bij elkaar.
De coaching is altijd tussen coach en coachee. Bij de coachings sessies is de opdrachtgever/werkgever niet aanwezig. Alles wat in de coaching wordt besproken is vertrouwelijk.
Intervisie heeft dezelfde doelen als supervisie: het gaat om het verwerven van inzicht in het eigen beroepsmatig handelen. Intervisie gebeurd met collega’s uit de eigen organisatie of op hetzelfde werkgebied. In de intervisie brengt ieder actuele werkervaring in en staat de pendel werk–persoon centraal. In de intervisie is geen directe werk- of gezagsrelatie. De deelnemers leren over elkaars werk en ondersteunen en onderzoeken de leervraag van de ander. De collega’s helpen door mee te denken en te onderzoeken wat het antwoord op de vraag kan zijn.
De supervisor helpt om een intervisiegroep op te zetten. Belangrijke thema's daarbij zijn hoe je van elkaar kunt leren in een situatie waarin iedereen gelijkwaardig is, hoe je een sessie vorm geeft, wat noodzakelijke afspraken zijn, hoe je omgaat met elkaars inbreng.
Een intervisiegroep bestaat uit 3 tot maximal 6 deelnemers. De rol van de supervisor is om de groep te ondersteunen bij het opzetten tot een zelfstandig functionerend overleg. Zodra dit bereikt is, stopt de begeleiding en gaat de groep zelfstandig verder.
Aanleiding
Een verandering van functie, werkprobleem, nieuwe baan of het willen ontwikkelen van je eigen functioneren kan de aanleiding zijn voor supervisie of coaching.
Uitgangspunt
De vraag die de supervisant of coachee heeft is uitgangspunt in de supervisie / coaching. Daarbij staat de relatie werk-persoon centraal in de vraagstelling. Bij de start is het dan ook belangrijk die vraag zo helder mogelijk te krijgen. Op basis van deze vraag overleg ik met de supervisant/coachee hoe we het beste kunnen werken. Tijdens het traject onderzoeken we emoties, rollen/posities en gedrag. De focus ligt op de toekomst, wat jij wil veranderen of leren.
Verder
Naast de vraag ligt voor mij ligt ook een accent op het leren-leren. Na het traject heb je als supervisant/coachee geleerd hoe zelf verder te leren. Voorwaarde om te kunnen leren is een veilige situatie waar niets gek is. Dit probeer ik te creëren door te werken met respect voor de persoon en met empathie. Ik ben praktisch en combineer een serieuze benadering met humor.